
Wat kan ik zeggen over Joan Didion wat al niet gezegd is over haar en haar werk? Geweldig? Chirurgisch? Scherp? Op de bal? Tijdgeest? Geen woord teveel? Geen woord te weinig? Droog? Analytisch? Briljant! Ik lees nu twee boeken over haar, langzaam, als een schildpad, want ze knagen aan mijn beeld van haar. Maar lezen zal ik ze wel, natuurlijk.
Ik ken twee Didions van de vele die er ongetwijfeld zijn. Het eerst las ik haar Salvador, een verslag van de burgeroorlog in El Salvador, kort nadat ik daar weg moest van mijn werkgever. Ze was er maar kort maar ze beschrijft het zoals ik erbij was. Een goede klant van de winkel zou het fenomenaal noemen.
Ik denk dat de tweede Didion de stem in mijn hoofd is. In haar twee memoires en de postuum geplubiceerde notes bén ik haar vaak. We hebben niet precies hetzelfde meegemaakt, maar wel hetzelfde doorvoelt. Dat schept een band. Weinigen kunnen over verdriet en rouw schrijven zoals Joan Didion (Marjoleine de Vos doet dat ook heel invoelbaar, maar dichterbij haarzelf). Over de volgorde van lezen van Didions drie genoemde boeken kan je van mening verschillen, maar lezen, dat moet gewoon!
Mijn leesvolgorde zou zijn:
Notes to John
The year of magical thinking
Blue nights
Alledrie natuurlijk te koop of te bestellen bij De Coöperatieve Amsterdamse Boekhandel
