Miquel Bulnes: “Het bloed in onze aderen”
Amsterdam, 2011, Prometheus
Ik heb het geprobeerd, maar ik kom er niet in, ik kom er niet doorheen. Zou het de gedragen stijl zijn, zoals op de achterkant staat? De karakters zijn vlak, spreken me niet aan, spreken te gemaakt. Misschien is het dat: zwakke dialogen?
Ik hou wel van perspectiefwisselingen en hier zien we, in het begin, de eerste persoon van kolonel Augusto de Santamaría del Valle afgewisseld door een vertelinstantie die het verhaal vertelt van Emilio Amores. Beiden zitten in het noorden van Marokko bij Ceuta en Melilla in de jaren twintig van de vorige eeuw. Hun levens kruisen zich in het Afrikaanse zand, er is sprake van een slag. Het is de opmaat naar de opkomst van Primo de Rivera en de rest is geschiedenis …
Verder lees ik achterflap, maar dat kan iedereen zelf lezen.
Geen cijfer dan maar, dat zou flauw zijn.