Met verbazing las ik vandaag een stukje op de digitale site van El País : “Los niños cantores de Franco” (De zingende jongentjes van Franco. DS) over de koorknapen die dagelijks zingen bij de mis in het mausoleum van Francisco Franco. Dagelijks, sinds in 1958 het mausoleum en het bijbehorende benedictijner klooster in gebruik zijn genomen. Toen lag Franco er nog niet, maar wel zijn compaan José Antonio Primo de Rivera en 33.847 slachtoffers van de burgeroorlog. Ook republikeinen, als ze tenminste katholiek waren. Franco heeft de zeggenschap van de Benedictijner orde bij wet vastgelegd en blijkbaar kan of wil men dat niet zomaar veranderen.
Het stukje in El País is geschreven naar aanleiding van een documentaire die eind februari getoond werd op het IDFA van Pamplona, het Punta de Vista festival. De documentaire is gemaakt door de Italiaan Alessandro Pugno (1983) en laat zonder oordeel de dagelijkse routine zien van de jongens in het internaat van het benedictijner klooster.
Ik weet niet wat schokkender is: die jongens tussen 8 en 14 jaar die iedere dag moeten opdraven, of de Spaanse politiek die niet in staat is geweest hier iets aan te doen. Ik hoop die documentaire eerdaags in Nederland te kunnen zien.
Wordt vervolgd…