Ik dacht altijd dat wij nog onder Caetano in Portugal hadden gewoond, maar terugtellend is dat onmogelijk. Mijn ouders, en wij kinderen dus ook, gingen in de zomer van 1968 terug naar Nederland en Caetano kwam aan de macht in september van dat jaar. Rare gedachtenkronkel. Ik was wat dingen van en over António Lobo Antunes (1942) aan het lezen toen ik dat feitje tegen kwam. Nieuw voor mij was dat Caetano Salazar opvolgde zonder dat Salazar dat wist. De man, nadrukkelijk zonder het gebruikelijke bijvoeglijke naamwoord, was zo ziek dat hij het nooit geweten heeft. Maar ja, dat was dan ook na mijn tijd.
De roman Fado Alexandrino van Lobo Antunes speelt jaren later, als een groepje veteranen van Moçambique terugkijken op die smerige oorlog en de dag van de Anjerrevolutie. Schitterend boek, magistraal geschreven in een onnavolgbare stijl die zich niets aantrekt van hoe een verhaal opgebouwd en verteld moet worden. Moest ik hier een cijfer geven, dan was het minstens een 9, maar een recensie laat nog even op zich wachten. Op de site Visão schrijft Lobo Antunes tweewekelijks een column. De verhalen zijn klein van setting, ergens in de buurt op een terrasje, met korte ontmoetingen, afgeluisterde gesprekken of gefantaseerde mogelijke gesprekken. Er zitten juweeltjes bij en ik mag hopen dat hij dit nog lang blijft doen.
Ik was aan het grasduinen naar Lobo Antunes door een gesprekje gisteren in de winkel over het boek van Jaume Cabré. Er zitten paralellen tussen, absoluut, maar Cabré vertelt een meer afgerond verhaal met herkenbare gebeurtenissen dan de eindeloze vulkaan in het boek van Lobo Antunes. Twee absolute aanraders dus!
Zie ook A Portuguesa
Voor mij was er nooit enige twijfel, de baas van het land was Salazar. Leerde ik dat op school bij Donna Madeleina? Waarschijnlijk. Maar het duidelijkst werd het toen papa met ons (of alleen met mij?) in Porto op de Ponte Dom Luís gespannen wachtte om de auto van Salazar langs te zien flitsen. Het was druk, er was hoog bezoek immers.
Een ander ding dat mij altijd is bijgebleven; de Pide. Mijn vriendin Isabel ging met haar moeder wonen bij haar oma en tante. Een volledig vrouwelijk huishouden. Het had iets te maken met de mannen in de familie en de geheimzinnige kracht van de Pide. Later heb ik dat puzzeltje natuurlijk wel kunnen maken maar indertijd klonk het spannend en was Isabel heel bijzonder in mijn ogen.
BTW platic hamertjes met São João, net alsof ik mij die herinner maar niet iedere herinnering is even betrouwbaar…