Een van de favoriete bezigheden van expatriates is klagen over het gastland. Daar heb ik, tot op zekere hoogte, ook aan meegedaan. In het ene land wat harder dan het andere, maar meegedaan heb ik zeker. Het is iets van alle tijden en alle landen, je mist thuis, familie, vrienden, de dingen die je lekker vindt, noem maar op. Maar ik ergerde me er ook aan, met name aan die expatriates die niet eens de moeite namen om de taal te leren. Dan moet je echt niet alleen denken aan Engelsen en Amerikanen, die hebben daar vaak een handje van, maar veel Nederlanders doen daar vrolijk aan mee.
Met name die expats die voor een paar jaar ergens zitten en dan weer verder trekken zijn het ergst. Ze doen hun ding en vertrekken weer. Ze reizen door het hele land, genieten van wat er te genieten is, trekken zich terug in clubjes van expats en welgestelde locals, kijken satelliet of alleen maar films in de eigen taal. Proberen ook zoveel mogelijk het eten waar ze “thuis” aan gewend zijn te eten, de auto uit hun eigen land en ga zo maar door. Een thuis ver van huis kan je het noemen, of leven op een andere planeet. Een Amerikaanse in Rio heeft er een aardig stukje over op haar blog: http://bit.ly/11xtNwT
