Ik heb niet gezien dat António Lobo Antunes (1942) op het programma staat van de 83ste boekenbeurs van Lissabon, alleen een lange quote uit zijn Livro de Crónicas (boek van kronieken) over het “genot” op een beurs te zitten om te signeren (http://bit.ly/19IsnHK). De beurs duurt nog tot aanstaande maandag, haast u!

António Lobo Antunes (1942)
Twee jaar geleden verschenen: Comissão das Lágrimas (Commissie van tranen) en het vierde deel van Livro de Crónicas. Nog steeds productief schrijft Lobo Antunes ook om de twee weken een column in het tijdschrift Visão, de laatste op 31 mei jl., een verhaal over een ontmoeting met een vriend. Waarom dit alles vermelden? Omdat ik zijn naam tegenkwam op de wel heel erg lange short-list van de Prêmio Portugal Telecom, met zijn voorlaatste boek “Sôbolos rios que vão” en die titel iets opriep uit de krochten van mijn geheugen. Het was even zoeken maar het was van Camões.

Luís de Camões
eerste versregel van “Redondilhas de Babel e Sião”. Naast Camilo Castelo Branco (http://bit.ly/138SGls) stond ook Luís de Camões vast op het programma. Verzen uit je hoofd leren, daar is heel wat tijd in gaan zitten. Veel is er niet van blijven hangen, maar genoeg om een beginregel te herkennen. Van het illustere “Os Lusíadas” waar Camões altijd om geroemd wordt kan ik amper de strekking herinneren. Van het vers van Camões waar Lobo Antunez zijn titel aan heeft ontleent kende ik alleen de eerste regel nog en natuurlijk in het Portugees. August Willemsen heeft het prachtig vertaald als:
Aan de rivieren die stromen
Door Babylon zat ik terneer
En ik beweende immer weer
Het verre Sion van mijn dromen
En mijn leven van weleer.
Het enige dat bij mij bleef hangen zijn het eerste couplet en het refrein van “A Portuguesa”, het volkslied, want dat stond iedere ochtend op school op het programma! Bij wedstrijden van het Portugese elftal zing ik nog steeds uit volle borst de bombastische tekst mee …