De protesten tegen kernwapens brachten in 1981 400.000 mensen in Amsterdam en in 1983 550.000 in Den Haag op de been.. De #SaladUprising in Brazilië heeft tot woensdag ongeveer 100.000 mensen op één locatie op de been gebracht, ruim 200.000 verspreid over het land. Andere geografie, São Paulo alleen is heel Nederland qua inwoners, je kan het niet één op één vergelijken. Doe je het toch dan moeten er miljoenen Brazilianen de straat opgaan om dezelfde impact te hebben, zou je denken. Maar nu staan 10.000 betogers al prominent in de media, en spelen social media een grote rol, social media die er toen niet waren. Elke vergelijking gaat mank. Nu zijn het herhaalde betogingen, iedere dag, al een week, toen was het eenmalig. Nu kijkt de hele wereld want er is een groot voetbaltoernooi en meer mega evenementen in het verschiet. Nu gaat het om de mensen zelf, toen over idealen. De driedeling in Brazilië tussen arm, rijk en een groeiende middenklasse is ook duidelijk te zien. Het is vooral die middenklasse die de straat op gaat. Ze vinden dat ze eerste wereld belastingen betalen en er derde wereld voorzieningen voor terug krijgen. Ze hebben een punt, het voorzieningen niveau in Brazilië is achtergebleven bij de groei van die middenklasse. Toch komen er steeds meer mensen uit de favelas die zich aansluiten.
Politici hebben geprobeerd de lont uit het kruitvat te halen door de verhoging van het buskaartje ongedaan te maken. Dat was een week te laat. De beweging heeft momentum gekregen en gisteravond werd het aantal betogers op een miljoen geschat in het hele land. Rio lijkt zich tot het centrum van de protesten te ontwikkelen, met 300.000 demonstranten. De marsen waren over het algemeen rustig, met weinig politie. Toch waren er erupties van geweld en is de tropa de choque, de ME, ingezet. In Ribeirão Preto is een dode gevalle. Je mag het niet zeggen, maar gelukkig niet door politiegeweld. In Curitiba waar ik vroeger woonde, een stad met meer dan twee miljoen inwoners, waren er 3500 mensen de straat op gegaan. Ook daar trokken mensen naar overheidsgebouwen in een poging die te bezetten. Dat lukte niet met het paleis van de gouverneur in Curitiba, maar in diverse plaatsen in het land zijn universiteiten, gemeentehuizen en regeringsgebouwen voor korte tijd bezet.Wat moet Dilma hiermee, wat kan de politiek hier aan doen? Anders dan zeggen dat de klachten gerechtvaardigd zijn en de teugels van de politie strak houden? Iets anders, iets meer, iets beters hebben ze nog niet bedacht. De betogers lijken ook niet precies te weten hoe nu verder anders dan meer van hetzelfde. Er moeten leiders opstaan en die hebben we nog niet gezien. Politici zijn er weinig die die rol kunnen vervullen. Marina Silva en Heloïsa Helena zijn namen die bij me opkomen. Ze zijn alle twee uit de partij (PT, Arbeiderspartij) van Lula en Dilma gestapt en presidentskandidaat geweest voor een andere partij. Marina is nog wel minister van milieu geweest onder Lula en is bekend, ook in het buitenland. Mevrouw Silva heeft meer een sociale agenda en zou vanuit die optiek misschien meer voor de hand liggen. Maar het zijn wel mensen die binnen het systeem werken.
We gaan het zien de komende dagen, er is altijd well iemand die “rises to the occasion”, het kan een van de dames zijn, een andere politicus of bekende Braziliaan (Romário?), of juist iemand uit het niets.