Peter Jacob Weber, oftewel PJ, heeft in New York een nachtbaantje dat hem ook in staat stelt te schrijven. Vlak voor zijn shift begint om 11:00h in de avond mailt hij zijn agent Eva over een nieuwe roman die zich in zijn hoofd vormt. Gedurende de hele nacht blijft hij haar e-mails sturen om de angst te verdrijven als Russischsprekende mannen in het gebouw van kamer tot kamer gaan met veel geweld.
In die e-mails passeren de belangrijkste gebeurtenissen uit zijn leven de revue. De relatie tussen zijn ouders, de affaire van zijn moeder, het eerdere huwelijk van zijn vader, zijn overleden halfbroer baby Marcel, het overlijden van zijn moeder en later ook zijn vader. Hoe een nacht na een optreden in Enschede met een wiskunde studente hem tot vader maakt, over zijn schrijverschap, schrijven en schrijvers en zijn verliefdheid op de jonge Amerikaanse schrijver Lilith. Voor haar gaat hij naar New York en ondanks dat er niets is tussen hen blijft hij in de stad.
Uiteindelijk komt ook het verhaal van misbruik tevoorschijn, toen hij elf was en columnist voor het plaatselijke sufferdje. Dit deel is gebaseerd op Gipharts eigen ervaring.
De angst zit um niet alleen in de gebeurtenissen van die nacht, ook die andere gebeurtenissen in zijn leven. Niet voor niets noemt hij zichzelf meermaals angsthaas.
Schijnbaar los zand blijkt een vernuftig geconstrueerd verhaal waaraan ook vriend en collega Bert Natter heeft meegewerkt. Het boek is aan hem opgedragen en hij heeft ook het eerste exemplaar in ontvangst genomen.
Nachtangst door Ronald Giphart, uitgegeven bij De Bezige Bij, Amsterdam, november 2021