Ik had nog nooit iets van Annie Ernaux gelezen moet ik tot mijn schaamte bekennen. Ik begrijp dat veel van haar werk autobiografisch van karakter is en dat De jaren haar meesterwerk is. Ik ben bescheiden begonnen met De schaamte, een boek dat naar meer doet smaken.
In dit boek probeert ze als zesenvijftigjarige vrouw terug te keren naar dat twaalfjarige meisje dat op 12 juni 1952 een scène meemaakt die haar haar verdere leven bij zal blijven. “Mijn vader wilde mijn moeder vermoorden, op een zondagmiddag in juni, aan het begin van de middag.” Dit is ook de openingszin van het boek.
Ze probeert te begrijpen wat er gebeurde door het voor het eerst te vertellen, ze probeert het in de tijd te plaatsen, in de sociale klasse waar het gezin vandaan kwam en toe behoorde, het katholieke geloof en de katholieke school. Dat doet ze betrokken en afstandelijk.
Voor haar begon op de dag van die scène de schaamte, de schaamte van het gebeurde dat natuurlijk in nette gezinnen niet voorkomt. Het besef van lagere sociale komaf te zijn, in taal, kleding, buurt, familie, in gebeurtenissen.
Aan het eind van haar zoektocht kijkt ze naar de foto van dat twaalfjarige meisje en trekt de conclusie dat ze niets meer gemeen heeft met haar, behalve die scène in juni die dat meisje in haar hoofd heeft en nooit van zich af heeft kunnen zetten en haar dit boek heeft doen schrijven.
Geweldig boek.
De schaamte, Annie Ernaux, oorspronkelijke titel La honte (1996), vertaald door Rokus Hofstede en uitgegeven door De Arbeiderspers. Ik las de derde herziene vertaling, uitgekomen in 2022