Een heerlijk anders dan anders boek, wellicht omdat dit het prozadebuut is van een dichter, de Ierse Doireann Ní Ghríofa. Ze verhaalt over haar eigen leven dat in het teken staat van het huishouden en de zorg voor uiteindelijk vier jonge kinderen. Dat drukke leven is ze de baas door het dagelijks afstrepen van taken op een lijstje, haar houvast. Tussen het nachtelijk zogen door schrijft ze en schrijft ze geweldig. Ze dicht maar schrijft ook dit boek, ze wil meer weten over de eveneens Ierse dichter Eibhlín Dubh Ní Ghonaill die in de achttiende eeuw het klassieke rouwgedicht Rouwklacht om Art Ó Laoghaire schreef na de moord op haar man Art. Het leven van Eibhlín wordt een obsessie voor Doireann en ze gaat naar de plaatsen die een rol hebben gespeeld in het leven van de edelvrouw, naar gebouwen, archieven, plaatsen in het landschap, kerkhoven. In die periode maakt ze haar eigen vertaling van het gedicht naar het Engels, ontevreden als ze is met de bestaande vertalingen. Het gedicht staat in drie talen aan het einde van het boek.
De reconstructie van het leven van Eibhlín lukt maar zeer ten dele want de geschiedenis wordt geschreven door mannen en de sporen van vrouwen zijn daar amper in terug te vinden. Zelf refereert de auteur regelmatig aan haar tekst als vrouwelijk, maar daar kan ik niet in meegaan. Het gaat over vrouwen, over het jezelf wegcijferen voor anderen, maar dat maakt de tekst nog niet vrouwelijk denk ik.
Geweldig boek, genomineerd voor de Europese Literatuur prijs!
Een geest in de keel door Doireann Ní Ghríofa, oorpronkelijke titel A ghost in the throat, vertaald door Caroline Meijer en uitgegeven door Van Oorschot, Amsterdam, december 2021