Op het verkeerde been gezet door de Spaanse achternaam blijkt Alba de Céspedes een Italiaanse met een gave pen. Ze beschrijft het leven van de 43-jarige Valeria in 1950 in Rome in een wijk van kantoorbedienden. Het gezin heeft het onder andere door de oorlog niet breed en daarom werkt Valeria, net als haar man, ook op een kantoor om de twee twintigers in huis een opleiding en betere toekomst te bezorgen. Dat is ongebruikelijk, getrouwde vrouwen zijn thuis en verzorgen man en kinderen. Dat doet Valeria ook, want niemand in huis denkt er ooit aan haar te helpen met de afwas, koken of schoonmaken. Dat is maar een aspect van de totaal ondergeschikte rol van de vrouw in die jaren, ook in Nederland overigens.
Als Valeria een dagboek wil bijhouden in een schrift dat ze heeft gekocht is er geen plek in huis waar ze het ongezien kan leggen, ze heeft, in tegenstelling tot de andere huisgenoten, geen eigen plek, geen laatje met een sleutel, geen “room of one’s own” om met Virginia Woolf te spreken. Als ze schrijvend tot de conclusie komt dat haar huwelijk is uitgeblust, dat ze als broer en zus leeft met de man die haar naam niet meer noemt maar sinds de geboorte van de kinderen mama tegen haar zegt, merkt ze de gevoelens op die haar werkgever voor haar koestert. Ze willen samen een paar weken weg, maar het plotselinge huwelijk, lees het moetje, van haar zoon steekt daar een stokje voor.
Hoe dat allemaal afloopt kan je het best zelf lezen. Geweldig geschreven, zowel literair als in het neerzetten van de afhankelijke ondergeschikte rol van de vrouw.
Verboden schrift door Alba de Céspedes, oorspronkelijk titel Quaderno proibito (1952), vertaald door Manon Smits, uitgegeven door Meridiaan, Amsterdam, 15 november 2022 in het kader van Schwob.

Pingback: Lege kasten | Denis blogt!