Vandaag was het wel druk in de winkel, maar minder dan de afgelopen drie zaterdagen toen we de hele week dicht waren. Afgelopen week zijn we vier middagen open geweest. Nu een lang weekend, na Bevrijdingsdag zijn we de middagen weer open. We gaan naar een nieuw normaal, alhoewel nog niet Rutte’s Het Nieuwe Normaal, want in dat scenario sta ik ook weer in de winkel.
Ook het straatarme El Salvador is in lockdown, militairen controleren daarop enorm streng in de wijken waar ze durven te komen. In de sloppenwijken en een groot deel van het platteland dicteren de gewelddadige bendes, de Mara’s. Die zijn mogelijk nog strikter in het handhaven van de lockdown, maar zorgen tegelijkertijd ook voor voedsel en medische zorg, iets wat de overheid nalaat. Het aantal officiële besmettingen is 446 het aantal doden 10. Dat lijkt weinig vergeleken bij de grote aantallen elders, maar het is een schromelijk onder-gerapporteerde situatie. Het aantal beschikbare testen en IC’s is beperkt, veel gebieden in het land zijn moeilijk bereikbaar. De helft van het aantal geregistreerde gevallen is in de hoofdstad El Salvador. De Salvadoraanse variant van het RIVM beveelt aan de lockdown te verlengen en in het binnenland te verscherpen. De machtige bedrijfslobby dringt aan op het snel heropenen van de economie. Waar hebben we die tegenstelling eerder gehoord?
Als ik zo het nieuws volg in El Salvador lijkt er weinig veranderd in de veertig jaar sinds ik daar woonde. Een kleine rijke elite, een iets grotere middengroep en een hele grote groep die iedere dag opnieuw probeert te overleven. Waren het in mijn tijd de vrijheidsstrijders van de FMLN, nu zijn het de Mara’s, waar in 1992, na het tekenen van de vrede, ook veel ex-guerrillero’s lid van werden, die met geweld proberen een voet tussen de deur te krijgen. Of moet ik het omdraaien en zeggen dat het gewelddadige leger destijds de FMLN en later de bende’s over zich afriep? Zo zwartwit is het natuurlijk niet, maar vlak de rol van het leger niet uit in het semi-democratische El Salvador.
Arm land, arme mensen. Zie ook het boek van Emiliane Monge in de aflevering van gisteren en lees wat er met je kan gebeuren als je aan de ellende probeert te ontsnappen.
Lees hier een stukje dat ik schreef in 2013 over San Salvador
Voor het eerst las ik een boek van Yolanda Entius en daar zal het niet bij blijven. De twee verhalen in Het verhaal van Benito Benin en dat van Fanny spelen zich helemaal af in het hoofd van een van de personages.
Benito Benin is een wijngaardslak en zijn zielenroerselen spelen zich af in het hoofd van de jonge Lieke. Zij heeft een moeizaam sociaal leven, worstelt met haar gevoelens en al sprekend met Benito komt ze tot zichzelf. Als Benito teruggaat naar de camping in Frankrijk waar hij vandaan komt weet Lieke wie ze is.
Fanny is de zus van Joy. Je maakt de geestelijke aftakeling van Fanny mee door de ogen van Joy, de liefde van Joy en ook hoe Fanny het persoonlijke leven van Joy ontregeld. De liefdeloze ouders, de onverschillige omgeving, de boze buurvrouw en het ingewikkelde zorgsysteem helpen allemaal niet om het leven van de zussen te verlichten.
Bestel hier Het verhaal van Benito Benin en dat van Fanny door Yolanda Entius, uitgegeven door Van Oorschot, Amsterdam, oktober 2018
Ik hoorde Mercedes Sosa voor het eerst in 1978 in Venezuela. Destijds was het bekendste lied van de Argentijnse Gracias a la vida, van de Chileense Violeta Parra. In datzelfde jaar speelde een gemankeerd Cruijffloos Nederlands elftal de finale tegen het gastland. In mijn Venezolaanse omgeving was iedereen vóór Argentinië, ondanks het Videla regime. Toen trad Mercedes nog op in haar geboorteland, in 1979 ging ze in ballingschap in Spanje. Na de Falkland oorlog viel de dictatuur en keerde Sosa terug. Ze maakte het door Julio Numhauser op volksliedjes gebaseerde Todo cambia populair. Mercedes Sosa heeft sindsdien altijd in mijn muzikale weefsel gezeten.
Kijk en luister hier naar Gracias a la vida
Kijk en luister hier naar Todo cambia
Pingback: Salvador | Denis blogt!